“Welke route moeten we door de hersenen nemen om cognitieve schade te voorkomen?”
Het programma Topspecialistische Zorg bestaat uit een aantal algemene projecten en drie zorginnovatieprojecten, waarbij hoogwaardige onderzoeken leiden tot concrete innovaties die direct in de kliniek worden ingezet. Zo zoekt onze werkgroep 'neuro' samen met MUMC+ naar manieren om de huidige state of the art behandeling van hersentumoren nog verder te verbeteren. Radiotherapeut-oncoloog Daniëlle Eekers, programmamanager innovatieteam Wouter van Elmpt en senior onderzoeker Karen Zegers proberen met hun TZO-project de neurocognitieve schade die door de bestraling kan ontstaan in kaart te brengen en te beperken.
Bijwerkingen beperken
Het TZO-project “neuro” is erop gericht om meer inzicht te krijgen in de relatie tussen de stralings dosis en de bijwerkingen die ontstaan bij de individuele patiënt. Dit moet leiden tot modellen die kunnen voorspellen welke patiënt welk risico loopt op welke bijwerking. Vervolgonderzoeken zijn juist gericht op het beperken van deze bijwerkingen.
Waar ontstaat schade?
Eén van de gevreesde bijwerkingen van de bestraling van een hersentumor is neuro-cognitieve schade. “Om bij de tumor te komen, moeten we nu eenmaal door andere, gezonde hersengebieden heen”, zegt Daniëlle, die gespecialiseerd is in de bestraling van hersentumoren. “Daardoor kunnen bijwerkingen ontstaan, zoals concen-tratie problemen, of achteruitgang van het geheugen. Binnen het TZO-project proberen we met de PRECODE-MRI-studie uit te vinden in welke hersengebieden dat soort cognitieve schade ontstaat zodat we die maximaal kunnen ontzien.”
Karen: “Op de MRI-beelden kijken we vooral wat er gebeurt met de gezonde hersengebieden. Verandert daar iets door de behandeling?”
Cognitieve test
Dat onderzoek wordt gecoördineerd door Karen Zegers; een postdoc onderzoeker die gespecialiseerd is in het gebruik van beeldvorming. Het onderzoek duurt vier jaar, waarbij onderzocht wordt hoe neuro cognitieve schade precies ontstaat en hoe dat voorkomen kan worden. Karen werkt nu sinds anderhalf jaar aan dit project en de eerste tien patiënten zijn onderzocht. “Het onderzoek bestaat uit een geavanceerde MRI-scan en uitgebreide cognitieve testen”, legt Karen uit. “Er werden standaard altijd al MRI-scans gemaakt en cognitieve testen gedaan, maar deze testen zijn veel uitgebreider. Voor de gedetailleerde cognitieve testen voor en na de behandeling trekken we nu een uur uit in plaats van een half uur. Daarin testen we in nauwe samenwerking met dr. Dijkstra – neuropsycholoog bij het MUMC+ – het geheugen en het concentratievermogen. Het valt ons op dat mensen graag mee werken aan dit onderzoek. Blijkbaar zijn patiënten wel nieuwsgierig naar hun cognitieve vermogens.”
Geavanceerde mri-scan
Karen: “We maken nu ook veel meer MRI-beelden. Daarbij kijken we vooral naar de gezonde hersengebieden. Zien we daar voor de behandeling misschien al bepaalde veranderingen, die erger worden na de bestraling? Wat gebeurt er bijvoorbeeld met het volume van gezonde hersengebieden? En met de dikte van de hersenschors? Zo hopen we de exacte patiëntengroep te kunnen identificeren die wellicht gevoeliger is voor cognitieve schade. Als we weten op welke plek die schade ontstaat, kan Daniëlle bij die specifieke patiëntengroep deze gebieden proberen te vermijden tijdens het bestralen.” Daniëlle: “We kunnen verschillende routes kiezen om bij een tumor te komen. Ook een route die mogelijk minder cognitieve schade veroorzaakt.”
Hersenvlies
Een extra uitdaging in dit onderzoek is dat de cognitieve schade niet per se hoeft te komen door de behandeling. Een tumor zelf, of de chemotherapie, kunnen ook dit soort klachten veroorzaken. “Om die reden concentreert dit onderzoek zich op patiënten met een meningeoom”, legt Karen uit. “Dat is een tumor die uitgaat van de hersenvliezen en daardoor minder cognitieve klachten veroorzaakt dan een tumor die uitgaat van de hersenen zelf. Zo’n meningeoom wordt bovendien niet behandeld met chemotherapie.”
Mooie bijvangst
Karen werd speciaal voor dit onderzoek aangenomen en is ondertussen ook actief betrokken bij de andere neuro-projecten. Daniëlle: “Zo zie je maar dat er dankzij het TZO-programma nog veel meer moois gebeurt dat bijdraagt aan nog betere zorg voor patiënten met een hersentumor. Daar wordt het hele neuroteam heel blij van!”
Daniëlle: “Dankzij dit onderzoek weten we straks precies in welke delen van de hersenen we zo min mogelijk straling moeten geven”