Oncologische zorg mag nooit routine worden

06 juli 2021
Bron: Maastro
Stilstand is achteruitgang. Om als netwerk ook in de toekomst de beste oncologische zorg dicht bij huis te kunnen bieden, is wetenschappelijk onderzoek een must. Binnen OncoZON zijn vele onderzoekers voor verschillende tumorsoorten dagelijks op zoek naar vooruitgang en verbetering van zorg. Prof. dr. Dirk De Ruysscher (59) van Maastro verricht al jarenlang baanbrekend onderzoekswerk voor patiënten met longkanker. Dat leidt tot kennis en aantoonbaar betere behandelingen waar iedereen in deze wijde regio de vruchten van kan plukken. Vandaag en morgen

In het OncoZon magazine is Dirk De Ruysscher, radiotherapeut-oncoloog en hoofd Klinische Studies bij Maastro aan het woord.

“Als er geen wetenschap zou bestaan, reden we nu nog steeds rond met paard en kar. Ik doe onderzoek omdat ik wil bijdragen aan vooruitgang. In mijn geval aan een betere overlevingskans voor patiënten met longkanker. En behandelingen met zo min mogelijk bijwerkingen.” Aan het woord is Dirk De Ruysscher, radiotherapeut-oncoloog en hoofd Klinische Studies bij Maastro. Ruim 350 wetenschappelijke publicaties staan er achter zijn naam en de teller tikt gestaag verder. Innoveren beschouwt hij als een must. Zorg mag namelijk geen routinewerk worden, stelt hij. “Ik wil niet op dezelfde plek blijven trappelen, ik wil stappen maken. En dan bedoel ik serieuze stappen.”

Vallen en opstaan

Wetenschappelijk onderzoek is in zijn ogen pas geslaagd als de verbeteringen die daar voor de patiënt uit voortvloeien in de praktijk zijn gebracht. “Eenvoudig is dat niet. Door bureaucratische belemmeringen duurt het vaak langer dan ik zou wensen. Je kunt het vergelijken met een hindernisbaan bij atletiek. Het gaat met vallen en opstaan”, zegt De Ruysscher die als hoogleraar respiratoire oncologie en radiotherapie-oncologie zijn kennis overdraagt aan geneeskundestudenten in Maastricht. Hoe grillig het pad van een onderzoeker ook kan zijn, een echte wetenschapper houdt vast aan zijn missie. Het team van dokter De Ruysscher wil het afweersysteem van longkankerpatiënten optimaliseren en bijwerkingen van behandelingen zoveel mogelijk beperken. Het laboratorium in het Maastricht UMC+ is het epicentrum van verschillende onderzoekslijnen waarbij wetenschappers uit binnen- en buitenland hun kennis bundelen. De uitkomsten worden vertaald naar concrete verbeteringen die voor patiënten wereldwijd worden toegepast. Mede dankzij dit onderzoek is de overlevingskans bij longkanker de afgelopen 10 jaar met bijna 10 procent toegenomen.

Vooruitgang

De professor licht toe: “Met behulp van radiotherapie en nieuwe medicatie zijn we in staat om blokkades in het immuunsysteem op te heffen. Verder testen we met de universiteit van Zürich een speciaal eiwit dat het afweersysteem rechtstreeks versterkt. En dan hebben we nog tumoren die resistent zijn voor immuuntherapie. Ook op dit terrein boeken we vooruitgang en starten we internationaal vervolgonderzoek. Aan de hand van eiwit- en aminozuurprofielen in het bloed kunnen we de mechanismen voor resistentie identificeren. Dat is enorme winst. Als je begrijpt hoe een probleem veroorzaakt wordt, kun je het makkelijker oplossen”, zegt de Vlaamse professor die voor zijn baanbrekende onderzoekswerk in 2019 werd gelauwerd met de prestigieuze Claudius Regaud Gold Metal van de European Society for Therapeutic Radiation Oncologie (ESTRO).

Kennis delen

De resultaten van wetenschappelijk onderzoek vormen de basis voor nieuwe behandelingen of vervolgstudies. Innovaties in de oncologische zorg waar patiënten in de hele OncoZONregio van kunnen profiteren. Denk aan de integratie van PET-/CT-scan met radiotherapie die ervoor heeft gezorgd dat patiënten met nóg meer precisie en dus minder bijwerkingen kunnen worden bestraald. Of protonentherapie, de nieuwste vorm van precisiebestraling waarbij kwetsbare organen en gezonde weefsels rond de tumor nog beter worden beschermd. “Dat is het mooie aan dit netwerk. Patiënten uit Limburg en Zuidoost-Brabant hebben via hun eigen ziekenhuis niet alleen direct toegang tot dezelfde hoogwaardige oncologische zorg, maar ook tot wetenschappelijk onderzoek en de nieuwste behandelingen. Om deel te kunnen nemen aan een trial is er niet altijd een verwijzing naar Maastricht nodig. Waar mogelijk doen we onderzoek op locatie in de regio zodat de patiënt niet hoeft te reizen.” Enthousiasme in de regio Een belangrijk deel van het huidige onderzoek richt zich op het verminderen van bijwerkingen. Dirk: “In dit kader hebben we organoïden gekweekt, in het lab ontwikkelde mini-orgaantjes van patiënten met longziekten. Hierop testen we de effecten van radiotherapie en kankermedicijnen. Daarnaast bestuderen we het effect van gezonde voeding en meer bewegen. Door het zieke orgaan in een betere conditie te brengen, treden er tijdens een behandeling minder bijwerkingen op en zal de patiënt de therapie beter verdragen. Dit was de achterliggende gedachte van een Europese studie die we binnenkort vanuit Maastricht gaan uitrollen binnen OncoZON.” Onder zijn collega’s in Limburg en Brabant proeft Dirk grote bereidheid om mee te werken aan wetenschappelijke studies die de overlevingskansen van kankerpatiënten vergroten. “Vanuit Zuid-Limburg verspreidt de kennis zich via de tumorwerkgroepen over de regio. Daar word ik heel blij van. Ik doe veel internationaal onderzoek, maar het thuisfront is en blijft de basis waar ik me graag voor inzet. Daarbij houd ik bij Maastro mijn witte doktersjas aan. Drie dagen in de week zie ik patiënten met longkanker. Een bewuste keuze. Wetenschap is prachtig, maar kan alleen iets opleveren als je voeling houdt met de praktijk.”

Beide benen op de grond

Geboren in 1962 komt het pensioen geleidelijk aan in zicht. Dokter De Ruysscher heeft nog veel te veel ambitie om daar nu al mee bezig te zijn. De wetenschappelijke honger is nog lang niet gestild. “Binnen vijf tot acht jaar wil ik dat er een medicijn is waarmee we 15 procent meer patiënten met longkanker kunnen genezen. Waarom 15 procent en niet meer? Omdat wetenschap niet alleen over ambitie gaat, maar ook vereist dat je met beide benen op de grond blijft staan.”