Bloed en lymfe
Een lymfoom is een kanker die zich ontwikkelt uit een specifiek soort witte bloedlichaampjes. Het lymfoom, leukemie en het myeloom zijn binnen deze groep de drie vormen die het vaakst voorkomen. De witte bloedlichaampjes spelen een rol in de verdediging van ons lichaam tegen bepaalde ziektes en infecties (de afweer). Ze circuleren in een netwerk, het lymfesysteem. Lymfeklierkanker wordt ook wel Hodgkinlymfoom en non-Hodgkinlymfoom genoemd.
Hoe ontstaat lymfeklierkanker?
Er kan een kwaadaardige ontwikkeling van cellen ontstaan door veranderingen in het DNA. Deze cellen sterven niet af, maar blijven leven en produceren nieuwe, abnormale, cellen. Ze hopen zich op en vormen uiteindelijk een lymfoom (een tumor) in de lymfeweefsels en vooral de lymfeklieren. Een lymfoom verschijnt eerst op één plaats, gewoonlijk in een lymfeklier. Een lymfoom kan op meerdere plekken tegelijkertijd gevonden worden, zoals in de milt, de lever, het beenmerg, de huid en andere organen. In tegenstelling tot andere kankers is er geen sprake van uitzaaiingen, maar van stadia. Het stadium geeft aan in hoeverre de kwaadaardige cellen zich hebben genesteld op andere plekken in het lichaam.
Lymfeklierkanker of (non-)Hodgkinlymfoom is een bepaald soort bloedcel dat kwaadaardig is gaan woekeren. Het lymfoom kan op elke leeftijd voorkomen, zowel bij mannen als bij vrouwen. We maken het onderscheid tussen:
- Hodgkinlymfomen (ziekte van Hodgkin): Het Hodgkinlymfoom komt bij ongeveer 15% van de patiënten met lymfeklierkanker voor en gaat uit van een bepaald type B-lymfocyt (wit bloedlichaampje). Het Hodgkinlymfoom ontstaat in één lymfklier – meestal in de bovenste helft van het lichaam. Daarna breidt het zich uit van lymfeklier naar lymfeklier, in de loop van maanden tot jaren.
- Non-Hodgkin lymfomen (meest voorkomend): Er bestaan ruim dertig soorten non-Hodgkinlymfomen. Zij verschillen van elkaar door de soort lymfocyt (wit bloedlichaampje) die is gaan woekeren. Deze zijn ingedeeld in indolent (met een trage groei) en agressief (met een snelle groei). Onderling vertonen deze soorten non-Hodgkinlyfomen duidelijke verschillen in ziekteverloop en behandeling. De ziekte ontstaat op één plaats in het lichaam, meestal in een lymfeklier of in het beenmerg en breidt zich vervolgens verder uit, in de loop van maanden tot jaren.
Om een optimale genezingskans te bereiken, wordt voor de behandeling meestal gekozen voor een combinatie van diverse behandelmethoden:
- Radiotherapie
- Chemotherapie
- Immunotherapie. Behandeling met medicijnen die een afweerreactie tegen kankercellen stimuleren.
- Stamceltransplantatie
De BETER-poli in Maastro is onderdeel van het landelijke BETER-project: Betere zorg na Hodgkinlymfoom: Evaluatie van en screening op lange Termijn Effecten van chemotherapie en Radiotherapie.
De BETER-poli is bedoeld voor patiënten die in het verleden zijn behandeld voor Hodgkinlymfoom en diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL).
Het Hodgkinlymfoom is een zeldzame maar goed te genezen type lymfklierkanker. Door de steeds betere behandelingen genezen er steeds meer mensen van deze ziekte. Echter, deze behandelingen kunnen maanden tot jaren later problemen met de gezondheid veroorzaken, de zogenaamde late effecten. Dit geldt ook voor patiënten die genezen van een DLBCL.
Late effecten
Onder late effecten worden aandoeningen verstaan die zich ontwikkelen door de behandeling, maanden tot jaren later. Late effecten van behandeling zijn doorgaans aandoeningen die ook kunnen voorkomen bij mensen die niet voor een lymfoom zijn behandeld. Maar overlevers van een Hodgkinlymfoom hebben door de eerdere behandeling wel een grotere kans om zo'n aandoening te krijgen, afhankelijk van waar ze bestraald zijn. Als een (hodgkin)lymfoomoverlever zo'n aandoening ontwikkelt, kun je nooit met zekerheid zeggen of dit door de eerdere behandeling is gekomen of dat deze persoon de aandoening anders ook gekregen zou hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hart- en vaatziekten, borstkanker of een verminderde schildklierfunctie.