Eerder evalueren na intrede innovatie
Met enige aarzeling stapte Heike in het proces. Dit kwam er in corona-tijd al een aantal digitale gesprekken hadden plaatsgevonden over het achterblijven van verwijzingen. “Maar 'pinpointen' waar de pijn nu echt zit, dat doe je niet zo gemakkelijk over de telefoon.” Het aspect dat er niet één contactpersoon per aandachtsgebied was toegewezen, speelde ook een rol. Met het verwijzen van longkankerpatiënten liep zij, net als collega-verwijzers, tegen het manco van het model aan. “Alle longkankerpatiënten verwijzen is niet realiseerbaar.” Een verwijzing is tijdrovend, geeft Heike aan. De hele voorbereiding van de behandeling moet doorlopen zijn en zowel de patiënt als verwijzer moeten goed zijn geïnformeerd. “Verwijzing betekent vaak uitstel van behandeling of een extra chemokuur. Als verwijzer moet je dit goed kunnen verantwoorden. Daarom heeft iedereen er profijt van als het model beter selecteert.” Een face-to-face sessie, met alle verwijzers, gaf een positieve vibe. “Je zoekt een gemeenschappelijke consensus, waarin je niet de mitsen en maren bespreekt, maar kijkt: waar lopen we nu tegenaan en hoe gaan we dit oplossen?” Voor toekomstige innovaties geeft Heike mee dat het zinvol is om na de introductie sneller feedback van de stakeholders te vragen. “Dan kom je sneller to the point.”