Acht van de tien vrouwen overleven nu borstkanker

17 december 2024
Bron: Communicatie

De volgorde van radiotherapie, chemotherapie en chirurgie is van invloed

Tijdens de Maastro Media Meeting gaf prof. dr. Liesbeth Boersma, radiotherapeut-oncoloog, een update over de laatste stand van zaken bij de behandeling van borstkankerpatiënten. Steeds meer vrouwen overleven o.a. door maatwerk in de aanpak waarbij wordt gekeken of de volgorde van behandelingen – chirurgie, chemotherapie en/of radiotherapie – van invloed is op de kans op overleving én de kwaliteit van leven. Daarbij wordt het overleg – Samen Beslissen - om alle voor- en nadelen en consequenties te bespreken een steeds belangrijker onderdeel. 

Minder als het kan, meer als het moet

Uit de Nederlandse Kankerregistratie blijkt dat 87% van de vrouwen, die tussen 2015 en 2022 behandeld zijn, gemiddeld na 8 jaar nog leven. De betere kans op overleving heeft alles te maken met de vernieuwende aanpakken van de afgelopen jaren. Omdat de overleving tegenwoordig zo goed is, wordt er veel onderzoek gedaan of de behandeling verminderd kan worden, zonder daarbij de kans op overleving nadelig te beïnvloeden. Op deze manier wordt de behandeling steeds meer gepersonaliseerd op basis van tumorkenmerken en bijvoorbeeld leeftijd. Sinds 10-15 jaar wordt de behandeling ook steeds verder gepersonaliseerd door de volgorde te veranderen. Daar waar vroeger vrijwel altijd eerst geopereerd werd, gevolgd door behandeling met medicijnen en/of bestraling, wordt tegenwoordig veel vaker eerst behandeling met medicijnen ingezet. Door deze behandeling voorafgaande aan de operatie te geven, kan de bijvoorbeeld tumor slinken, zodat er vaker een borstsparende operatie mogelijk is.
 

Studies tonen resultaten aan

Belangrijk bij de vernieuwde inzichten was een landelijke zgn. registratiestudie waarbij o.a. bij meer dan 650 patiënten is gekeken of het veilig is om ook de bestraling te personaliseren aan de hand van het effect op de tumor met medicamenteuze therapie. In geval van een goede reactie op de chemotherapie, werd er minder vaak bestraald na een borstverwijdering. Ook werden dan de omliggende lymfeklieren minder vaak bestraald, dan voorheen. Deze benadering bleek veilig te zijn: de  kans op tumorterugkeer in de borst/het gebied waar de borst verwijderd was, en in de lymfeklieren,  was na vijf jaar minder dan 2,3% n van de meer dan 650 onderzochte patiënten. 

Vervolgens is er een landelijke registratie studie opgezet om te kijken of ook de okselbehandeling operatie gepersonaliseerd kan worden aan de hand van het effect van de medicamenteuze therapie. In deze studie worden veel minder vaak alle okselklieren verwijderd, wat moet leiden tot een betere kwaliteit van leven. Het gevolg van het verwijderen van alle okselklieren kan lymfoedeem van de arm zijn, wat vaak heftig is voor de patiënt. De uitkomsten van dit onderzoek worden in 2025- 2026 verwacht. 

Een derde onderzoek zoomt in of het, bij patiënten met beperkte ziekte-uitbreiding voorafgaande aan de medicamenteuze therapie,  verantwoord is om borstbestraling weg te laten, indien er na de chemotherapie bij de borstsparende operatie geen tumor meer wordt teruggevonden in de borst.
 

Steeds betere borstreconstructies

Omdat de behandeling met medicijnen voorafgaande aan de operatie zoveel verbeteringen heeft opgeleverd, is er een nieuw  onderzoeksveld gestart om te onderzoeken of bestraling voorafgaand aan de operatie ook voordelen biedt. Met name als de borst helemaal verwijderd wordt, en patiënt een borstreconstructie wenst, zou bestraling voorafgaande aan de operatie wellicht voordelen bieden. 

In de huidige situatie, waar bestraling pas na de operatie wordt gedaan, wordt de reconstructie vaak 6-12 maanden uitgesteld, zodat de bestraling geen nadelige effecten heeft op de nieuw gereconstrueerde borst. Als de bestraling voorafgaande aan de borstverwijdering zou plaats vinden, kan de borst gereconstrueerd worden in dezelfde operatie als die waar de borst verwijderd wordt. Dat betekent dat de patiënt niet 6-12 maanden na afronden van de borstkanker behandeling nog een keer geopereerd hoeft te worden. 

Een ander onderzoek waarbij de voordelen van bestraling voorafgaande aan de operatie wordt onderzocht, is een studie bij patiënten met een kleine tumor in de borst. Door bij deze patiënten de tumor te bestralen voorafgaande aan de borstsparende operatie, kan onderzocht worden welk type tumoren beter en welke minder goed op bestraling reageren. Als het daarbij ook nog zou lukken om te voorspellen bij welke patiënten de tumor door de bestraling helemaal verdwijnt, kan de operatie mogelijk zelfs helemaal weggelaten worden. Dit laatste is nu nog toekomstmuziek, maar is wel onderwerp van onderzoek. 
 

Keuzehulp BRASA

Samenvattend zijn er dus veel veranderingen, en wordt er steeds meer maatwerk geleverd. Dit vergt ook een zeer goed overleg tussen patiënt en dokter om alle voor- en nadelen in kaart te brengen om vervolgens samen een verantwoorde beslissing te kunnen nemen. Specifiek over de keuze om wel of niet te bestralen in een aantal specifieke situaties, heeft Maastro de BRASA keuzehulp ontwikkeld, die landelijke gebruikt wordt. 

Al deze onderzoeken naar behandelopties hebben een ultiem doel en dat is overleving met een goede kwaliteit van leven met zo weinig mogelijk borst verwijderende operaties meer. De afgelopen 10 jaar zijn flinke stappen gezet. 
 

Maastro MMM Liesbeth Boersma

Liesbeth Boersma presenteert de vooruitgang in borstkankerbehandeling van de laatste 10 jaar.