Onderzoek: Verbeteren van gedeelde besluitvorming bij radiotherapie van borstkanker: ontwikkeling en implementatie van een keuzehulp voor patiënten
Er werd een verband gevonden tussen het beschikbaar stellen van de keuzehulp en de mate van kennis over de verschillende behandelopties. De groep patiënten die de keuzehulp ontvingen, scoorden hoger op een kennistoets over de verschillende behandelopties. Wat opviel was dat de vrouwen die de keuzehulp kregen, minder vaak voor de meer invasieve behandeling kozen. Dit betekent dat minder vrouwen voor bestralen of extra bestralingsdosis kozen. De keuze bestond namelijk uit wel of geen bestraling krijgen. Uit deze groep koos 44,5% voor extra bestralen. In de groep patiënten die de keuzehulp niet kreeg, koos 55,7% voor extra bestralen. Tussen beide patiëntgroepen was er geen verschil in consultduur. Daarnaast concludeerde ze dat de inzet van de keuzehulp geen effect had op de factor keuzestress en weinig van invloed was op het proces van samen beslissen tussen beide groepen.
Samen beslissen
Bij het implementeren van de keuzehulp werd duidelijk, dat wanneer tijdens het Multi Disciplinair Overleg (MDO) met de chirurgen wordt besproken, dat een patiënt een indicatie voor samen beslissen heeft, het verschil uitmaakt. Wanneer de keuzehulp namelijk voorafgaand aan het consult bij de radiotherapeut door de chirurg wordt besproken, is de kans groter dat patiënten de keuzehulp gaan gebruiken. Patiënten ervaren dan waarschijnlijk meer dat ze een keuze hebben.
Het onderzoek is geïnitieerd en uitgevoerd door clinici uit het werkgebied radiotherapie in samenwerking met patiëntvertegenwoordigers. ‘We denken dat veel patiënten hebben ingelogd in de keuzehulp dankzij sterk leiderschap en vertrouwen in de keuzehulp, aangezien clinici van de meeste deelnemende centra ook hadden meegeholpen bij de ontwikkeling van de keuzehulp, aldus Daniela.’