Longen

Een kwaadaardige tumor is een verzameling cellen die zich steeds blijft vermenigvuldigen. Ze kunnen hierdoor het omliggende weefsels beschadigen of via bloed- en lymfebanen uitzaaien. Niet elke tumor in de longen is longkanker of is kwaadaardig. In de longen kunnen ook uitzaaiingen van andere kankersoorten voorkomen. Bijvoorbeeld als darmkanker uitzaait naar de longen, noemen we dat geen longkanker, maar uitzaaiingen van darmkanker in de longen.

Ontstaan longkanker

Bij longkanker gaat het om een tumor die in de longen is ontstaan. Longkanker kan verschillende klachten geven. In het begin zijn dit vaak klachten, zoals hoesten en vermoeidheid. Deze komen echter ook veel voor bij onschuldige aandoeningen. Vaak is het hierdoor pas laat duidelijk dat het gaat om longkanker. Andere veel voorkomende klachten zijn: slijm ophoesten, bloed in het opgehoeste slijm, niet overgaande longontsteking, kortademigheid, heesheid en pijn. De klachten zijn afhankelijk van de plek waar de longkanker of de uitzaaiingen zitten. Daarnaast kan longkanker ook zorgen voor een slechtere conditie. Er kan ook kanker ontstaan in het omliggende weefsel van de longen. Dit is geen longkanker. Voorbeelden hiervan zijn: mesothelioom (longvlieskanker), luchtpijpkanker of thymuskanker.

Risicofactoren

Er zijn een aantal risicofactoren die de kans op longkanker vergroten. De grootste risicofactor voor longkanker is roken. De meeste mensen (ca. 90 %) die longkanker krijgen, roken of hebben vroeger gerookt. Mensen die veel in rokerige ruimtes zijn (‘meerokers’) hebben ook een grotere kans op longkanker. Er zijn ook mensen die nooit gerookt hebben en toch longkanker krijgen. Er zijn immers diverse andere risicofactoren voor longkanker, bijvoorbeeld COPD, luchtvervuiling, blootstelling aan bepaalde stoffen zoals radon, nikkel en arseen, blootstelling aan asbest. Er zijn geen erfelijke factoren bekend die longkanker veroorzaken.

Soorten longkanker

Er zijn verschillende soorten longkanker. De verschillende soorten longkanker ontstaan op verschillende manieren en worden ook op verschillende manieren behandeld.

Er zijn twee hoofdgroepen:

Niet-kleincellige longkanker: dit is de meest voorkomende variant van longkanker. Niet-kleincellige longkanker groeit relatief langzaam. De tumor kan al jaren aanwezig zijn voordat de diagnose wordt gesteld.

Kleincellige longkanker: Ongeveer 10-15 % van de mensen met longkanker heeft kleincellige longkanker. Bij deze soort kunnen de kankercellen zich veel sneller delen dan bij niet-kleincellige longkanker.

Behandeling van longkanker

Bij de behandeling van longkanker wordt er onderscheid gemaakt tussen een behandeling die is gericht op genezing (curatief) of een palliatieve behandeling. Ook kan er worden gekozen voor geen behandeling.

Afhankelijk van het stadium van de longkanker zijn er diverse opties om te behandelen:

  • Radiotherapie (stereotactische bestraling);
  • Chirurgie;
  • Medicamenten;
  • Chemotherapie;
  • Immuun therapie.

Delen